luchtfoto

Geluid en de Omgevingswet: impact op alle fronten

De komst van de Omgevingswet staat voor de deur. En voor geluid heeft dat impact op alle fronten. M+P is van dichtbij betrokken geweest bij de totstandkoming van de nieuwe wet. Als projectleider van de Aanvullingsregeling geluid bijvoorbeeld, en als huisadviseur van de VNG. Onze kennis delen we graag met u. Hieronder vindt u in vogelvlucht de belangrijkste wijzigingen uit de Omgevingswet op het gebied van geluid.

Afscheid van de geluidszone

Voor alle bronnen uit de Wet geluidhinder geldt: de geluidszone verdwijnt. In plaats daarvan komt er een geluidaandachtsgebied. Spannend? Jazeker. Vooral voor wegverkeer. Want terwijl er nu nog met vaste zonebreedtes wordt gewerkt, hangt de grootte van het aandachtsgebied straks af van de geluidemissie van de bron. En dat heeft gevolgen voor de reikwijdte van het akoestisch onderzoek. Ook van belang voor het akoestisch onderzoek zijn de nieuwe eisen omtrent het afwegen van geluidsmaatregelen: want de Omgevingswet vraagt voor álle typen projecten een doelmatigheidstoets - bij de nieuwbouw van woningen, de aanleg van een bron en de wijziging van een bron. Het staat gemeentes en provincies vrij hoe hier invulling aan te geven. Beleid opstellen kan hierbij helpen.

Maar er is meer aan de hand als het om wegverkeer gaat. Ten eerste: alle provinciale wegen gaan over naar het GPP-systeem. Gemeentelijke wegen niet, maar ook voor gemeentes staat er een aanzienlijke aanpassing op stapel: de invoering van de basisgeluidemissie (BGE). Deze wordt verplicht gebruikt bij alle geluidsbelastingsberekeningen en vormt ook de basis voor een andere gloednieuwe taak voor gemeentes: de verplichte sanering voor gemeentewegen. Alsof dit nog niet genoeg is verdwijnt de hogere waarde. Daarvoor in de plaats komt een besluit bij overschrijding van de standaardwaarde. En hand in hand daarmee wijzigt ook de reconstructietoets: bij een wijziging aan de weg is straks geen enkele geluidstoename meer toegestaan.

Spoor in vogelvlucht

Een hoop wetswijzigingen dus voor wat betreft wegverkeer. Maar ook aan de spoorkant wordt niet stil gezeten. In vogelvlucht: geluid van emplacementen gaat grotendeels naar het doorgaand spoor. Maar niet álle geluid. Wat gebeurt er met de resterende activiteiten? Ook voor lokaal spoor zijn er verschillende toetsingskaders: dit kan worden opgenomen in de BGE-systematiek – al dan niet samen met wegverkeer -, of in de GPP-systematiek in situaties met een omgevingsverordening. Er zijn dus twee bewakingssystemen waar rekening mee gehouden moet worden.

Gemeentes beslissen over bedrijven

Industrielawaai is een verhaal apart. Op weinig vlakken verandert er zóveel. Gezoneerde industrieterreinen worden omgezet naar de GPP systematiek. En de standaard normen uit het activiteitenbesluit gaan op de schop. Daarbij krijgen gemeentes ook nog eens veel vrijheid om af te wijken van deze standaard normen. Zij kunnen straks zelf geluidsregels vaststellen voor bedrijven. Maar: dankzij de nieuwe participatieverplichting moet hier ook de mening van bedrijven bij worden betrokken. Waar zouden gemeenten en bedrijven straks samen op uitkomen? Tot slot wordt ook de HMRI rekenmethode op punten aangepast, bijvoorbeeld met betrekking tot de berekening van tonaal geluid.

Bij de woning

Tot nog toe hebben we het gehad over geluidsbronnen. Hoe zit het bij de ontvanger? Dat er nieuwe geluidsnormen zijn is inmiddels duidelijk. Maar daar blijft het niet bij. Gezamenlijk geluid van verschillende bronnen wordt het uitgangspunt bij de geluidswering van de gevel. Voor de cumulatie van geluid worden de rekenregels gewijzigd. Ook wordt de geluidsluwe gevel in de wetgeving geïntroduceerd. En wordt het begrip 'dove gevel' vervangen voor de 'niet-gevoelige gevel', waarin anders dan nu wél te openen delen mogen worden gerealiseerd - mits afdoende afgeschermd door bouwkundige maatregelen. Een paar behoorlijke wijzigingen ten opzichte van de huidige wetgeving! Wat betekent dit alles voor stedelijke ontwikkeling?

Sneller en beter?

Met de Omgevingswet wordt alle regelgeving over de fysieke leefomgeving gebundeld. Uitgangspunt daarbij is: lokaal regelen wat lokaal kan. Het doel van de wet is om een goede balans te bereiken tussen een gezonde omgevingskwaliteit en een doelmatig gebruik van de ruimte. Daarnaast moet het wettelijk kader ook inzichtelijker, sneller en beter worden. Al met al gaat er voor wat betreft geluid een hoop veranderen. Dit alles roept bij ons een aantal vragen op. Want: In hoeverre wordt het voor gemeentes, bronbeheerders en bedrijven straks makkelijker om plannen van de grond te krijgen en aan regelgeving te voldoen? En wat zijn de consequenties van wetswijzigingen voor het beschermingsniveau van de burger?