Wat is een geluidluwe gevel in de Omgevingswet?
Een groeiende gemeenschap van onderzoekers op het thema soundscape stelt niet de decibellen centraal, maar het creëren van een akoestisch aangename leefomgeving. Uit dergelijk onderzoek weten we dat een geluidluwe gevel helpt voor de leefkwaliteit van geluidbelaste locaties. Ook de naderende Omgevingswet heeft het thema gezondheid hoog in het vaandel. In de Omgevingswet krijgt de geluidluwe gevel een officiële wettelijke status.
Wat is het?
Binnen de Omgevingswet is een geluidluwe gevel gedefinieerd als: ‘een gevel die ten opzichte van de andere gevels van een geluidgevoelig gebouw relatief weinig wordt belast door geluid’. Er is dus geen absolute waarde gegeven voor het maximale geluid op een geluidluwe gevel. Ook is niet vastgelegd wat het minimale verschil moet zijn tussen de hoogst en laagst belaste gevel. Dat geeft gemeenten ruimte voor bestuurlijke afweging en om hun eventueel al geldende geluidbeleid te kunnen voortzetten.
Wanneer toepassen?
De Omgevingswet spreekt van ‘het belang van het beschermen van de gezondheid door een geluidluwe gevel’ bij het toelaten van geluidgevoelige gebouwen. Boven de standaardwaarde moet het bestuursorgaan dit belang ‘betrekken bij’ de afweging. Boven de grenswaarde moet het bevoegd gezag ‘rekening houden met’ dit belang. De term ‘rekening houden met’ houdt in dat het belang hiervan expliciet moet worden afgewogen tegen andere belangen.
Bouwen tot 5 dB boven de grenswaarde is slechts in enkele gevallen toegestaan, namelijk bij vervangende nieuwbouw, functiewijziging, zeehavengebonden activiteiten en bij het aanwijzen van een niet-geluidgevoelige gevel met bouwkundige maatregelen. Let wel, het gaat dan ook om zeer hoge geluidbelastingen; de grenswaarde geeft immers aan dat geluid daarboven onwenselijk is.
Helpt het?
Positief is dat de status van de geluidluwe gevel wordt opgewaardeerd van beleidsmatig naar wettelijk. De wet dwingt een geluidluwe gevel echter niet af. Pas boven de grenswaarde is een serieuze belangenafweging geëist. En zelfs dan is er speelruimte: de geluidluwe gevel kan het afleggen tegen andere belangen én een gemeente kan zelf invullen wat ze verstaat onder ‘relatief weinig belast’.
We rekenen door hoe dit in extrema kan uitpakken. Een gemeente kan bijvoorbeeld vastleggen dat er sprake is van een geluidluwe gevel, als deze 10 dB minder geluid heeft dan de hoogst belaste gevel. In een plan met vervangende nieuwbouw langs een gemeenteweg mag de hoogst belaste gevel dan, onder voorwaarden, maximaal 75 dB geluid hebben. Een geluidluwe gevel mag dan tot 65 dB geluid hebben. Naar de letter van de wet kan deze gemeente beargumenteren dat er een geluidluwe gevel is. Maar is geluidluw dan ook stil? Een geluidbelasting van 65 dB wordt in een gezondheidsbeoordeling bestempeld als ‘onvoldoende’.
De slotsom
Om de gezondheid écht te bevorderen met geluidluwe gevels, is het belangrijk dat gemeenten zelf beleid maken. De Omgevingswet geeft hiervoor alle ruimte en vrijheid.