Geluidhinder bij stalen spoorbruggen
Roy van der Heijden: “Mensen die in de buurt van het spoor wonen of werken, kunnen daar geluidhinder van ondervinden. Hoeveel lawaai een trein maakt, is van veel factoren afhankelijk. Een trein die over het spoor rijdt produceert geluid. Naast de trein zelf, speelt ook de infrastructuur hierin een grote rol. Wij kunnen u adviseren over geluidmaatregelen die toegepast kunnen worden om bruggen stiller te maken.”
Het Nederlandse spoorwegennet is één van de drukst bereden sporen van Europa. Dagelijks rijden er duizenden treinen over het Nederlandse spoor. Bij stalen spoorbruggen wordt de geluidemissie niet alleen bepaald door het rolgeluid, maar ook door de geluidafstraling van de spoorbrug zelf. Deze toename van de geluidafstraling wordt uitgedrukt in de brugtoeslag. In deze brugtoeslag zijn zowel de toename in het rolgeluid van de trein, als de toename door de geluidafstraling van de spoorbrug zelf opgenomen.
Vaststellen brugtoeslag
De brugtoeslag wordt vastgesteld op basis van metingen volgens paragraaf 4.2 uit Bijlage IVf van de Omgevingsregeling. Hierbij worden vergelijkende immissiemetingen uitgevoerd bij de spoorbrug en bij een spoor op een normaal talud (referentie locatie). Het gevonden verschil in geluidniveau is de brugtoeslag.
Naast de geluidmetingen wordt ook de railruwheid van het spoor gemeten. Als railruwheid op de referentie locatie significant hoger is dan de gemiddelde landelijke spoorstaafruwheid moeten de resultaten hiervoor gecorrigeerd worden. Bij een hogere railruwheid op de spoorbrug wordt verondersteld dat dit representatief is voor de spoorbrug.
Wij hebben ruime ervaring met het uitvoeren van akoestische onderzoeken aan (spoor)bruggen. Ook hebben we de benodigde kennis en apparatuur in huis voor het vaststellen van de brugtoeslag en het uitvoeren van de railruwheidsmetingen.
Toepassing brugtoeslag
De brugtoeslag wordt gebruikt om de geluidemissie bij stalen spoorbruggen te berekenen. ProRail heeft dit nodig om aan het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) te voldoen. In dit besluit zijn de maximale geluidniveaus vastgelegd in de zogenaamde geluidproductieplafonds (GPP’s). ProRail moet aantonen dat deze geluidniveaus niet worden overschreden.
Naast ProRail kan het ook voor andere partijen belangrijk zijn om de brugtoeslag te meten. Binnen contracten kan het voorkomen dat aannemers die een spoorbrug bouwen of aanpassen, moeten aantonen dat de brugtoeslag niet hoger is dan de gestelde eisen. Hetzelfde kan gelden voor adviesbureaus die een maatregel voorstellen en moeten aantonen dat hiermee het gewenste effect wordt bereikt.
Maar ook voor de omgeving van een spoorbrug kan het nuttig zijn om de brugtoeslag te laten bepalen. Zelfs wanneer er wordt voldaan aan de GPP’s, kan een gemeente klachten ontvangen van omwonenden van een spoorbrug. Het is mogelijk dat dan de brugtoeslag van de spoorbrug niet correct is (door bijvoorbeeld slijtage, achterstallig onderhoud of wijzigingen aan de brug of het spoor). In dat geval is het nuttig om de brugtoeslag opnieuw vast te laten stellen.
Stiller maken spoorbrug
Uit de metingen kan blijken dat de brugtoeslag van de spoorbrug te hoog is. In dat geval moeten er maatregelen genomen worden om de spoorbrug stiller te maken. Ook hier komt onze ervaring goed van pas. Geen enkele brug is namelijk hetzelfde. Om een goed advies te kunnen geven is het nodig om de opwekkingsmechanismen van het geluid goed te kennen. Het kan zijn dat de gehele brug in trilling wordt gebracht, maar het is ook goed mogelijk dat de spoorstaaf zelf meer geluid afstraalt. Om meer inzicht te krijgen in de opwekkingsmechanismen van het geluid kunnen trillingsmetingen uitgevoerd worden. Hierbij wordt onderzocht welke delen van de brug voor de grootste geluidafstraling zorgen.
Op basis van de resultaten van deze metingen kunnen wij u adviseren hoe de bruggen stiller gemaakt kunnen worden. Hierbij kan onder andere gedacht worden aan het verstevigen van de constructie van de brug, het toepassen van raildempers, maar ook aan het plaatsen van geluidschermen.