Overgangsrecht voor wegverkeersgeluid binnen de Omgevingswet
Na jaren voorbereiding gaan de eerste projecten onder de Omgevingswet in 2024 van start. Niet zelden doet zich daarbij direct de vraag voor welk wettelijk regime op dit moment geldt. Juist in deze nieuwe fase kan er immers sprake zijn van overgangsrecht. We helpen u op weg door verschillende vormen van overgangsrecht op een rijtje te zetten, specifiek voor wegverkeersgeluid.
Overgangsperiode om nieuwe instrumenten in te regelen
De Omgevingswet kent een aantal nieuwe bepalingen voor wegverkeersgeluid. Voor provinciale wegen gaan geluidproductieplafonds (GPP’s) gelden. Voor gemeentewegen en waterschapswegen zal het geluid in de loop van de tijd worden gemonitord via de basisgeluidemissie (BGE). Voor beide instrumenten hoeven overheden niet acuut het systeem vol in bedrijf te hebben, maar krijgen ze de tijd om dit te regelen in een overgangsperiode.
Voor het vaststellen van het nieuwe omgevingsplan is er eveneens een overgangsfase, die duurt tot uiterlijk 1 januari 2032. In die periode zullen gemeenten het tijdelijk deel van het omgevingsplan omzetten naar een nieuw deel van het omgevingsplan. Het tijdelijk deel van het omgevingsplan bevat de ruimtelijke regels uit de voormalige bestemmingsplannen en een set met regels, aangeduid als de Bruidsschat.
Provinciale wegen
Voor provinciale wegen komt er voor het vaststellen van de GPP’s een nog nader vast te stellen ingangsdatum. Totdat dat gebeurd is, wordt het geluid van provinciale wegen beoordeeld volgens het oude recht, de Wet geluidhinder. Dit geldt ook voor het toelaten van nieuwe geluidgevoelige gebouwen langs provinciale wegen. Daar moet geluid onder het nieuwe recht immers worden getoetst met gebruikmaking van geluidbrongegevens uit het geluidregister, en die zijn er nog niet. Toepassing van oud recht betekent bijvoorbeeld ook dat het Reken- en meetvoorschrift 2012 van toepassing is, dat bij overschrijding van de voorkeursgrenswaarde hogere waarden verleend worden en dat bij wijziging van een provinciale weg een reconstructietoets plaatsvindt.
Gemeentewegen en waterschapswegen
De basisgeluidemissie (BGE) voor gemeentewegen en waterschapswegen wordt uiterlijk 2026 vastgelegd. Akoestische onderzoeken op nieuwe geluidgevoelige gebouwen langs BGE-wegen vallen onder het nieuwe recht, met gebruik van het nieuwe meet- en rekenvoorschrift conform de Omgevingsregeling. Het maakt daarbij niet uit of de BGE al dan niet is vastgelegd.
Anders dan bij GPP-wegen worden de gegevens waarop de BGE berust niet gebruikt voor het berekenen van het geluid op geluidgevoelige gebouwen. Daarvoor wordt een prognose van de verkeersgegevens gehanteerd. Daarbij komt dat de gegevens die horen bij de BGE geen informatie bevatten over kruispunten, obstakels en verdeling over wegvakken. De BGE is in eerste instantie een monitoringsinstrument.
Voor één specifiek nieuw element uit de Omgevingswet is de BGE wel van invloed, namelijk het geluidaandachtsgebied. Binnen het geluidaandachtsgebied wordt het geluid op geluidgevoelige gebouwen beoordeeld. De omvang van het geluidaandachtsgebied wordt berekend met de BGE-gegevens. Echter, die gegevens zijn niet beschikbaar zolang de BGE niet is vastgelegd. Voor deze overgangsperiode geldt een tijdelijk geluidaandachtsgebied, zoals bepaald in de Omgevingsregeling, artikel 17.5. Dit tijdelijke geluidaandachtsgebied werkt met vaste afstanden tot de weg, net als de vroegere zone in de Wet geluidhinder.
Aanleg of wijziging van BGE-wegen
Bij aanleg of wijziging van een weg is het goed opletten, want er zijn twee smaken:
- Als de fysieke wijziging van de weg past binnen de ruimtelijke regels van het oude bestemmingsplan, zijn de regels uit de Bruidsschat van toepassing (art. 22.271 t/m 276).
- Als dit niet het geval is, moet worden voldaan aan de instructieregels uit het Besluit kwaliteit leefomgeving (par. 5.1.4.2a.3). Hoe dat werkt, is hier beschreven.
In beide gevallen wordt gerekend met het nieuwe meet- en rekenvoorschrift (bijlage IVe van de Omgevingsregeling).
De regels voor wijziging van wegen onder de Bruidsschat tonen gedeeltelijk gelijkenis met de ‘reconstructie’ uit de Wet geluidhinder. Zo worden eerder verleende hogere waarden betrokken bij de toets. Verder geeft de Bruidsschat een aandachtsgebied (wederom met vaste afstanden tot de weg) dat specifiek voor deze situatie geldt.