provincialeweg

Een geplaveide weg naar de Omgevingswet voor provincies

De voorbereidingen voor de Omgevingswet zijn in volle gang, niet in de laatste plaats bij de provincies. Wat komt er op hen af?

Geluidproductieplafonds,  ook voor provinciale wegen

De grootste klapper vormt de invoering van de plafondsystematiek voor provinciale wegen, die al langere tijd in gebruik is voor rijkswegen en spoorwegen. Op provinciale wegen is ongebreidelde groei van het verkeer en het geluid dan niet meer geoorloofd; het spreekwoordelijke handhavingsgat wordt gedicht. Provincies monitoren of de geluidproductieplafonds (GPP’s) niet worden overschreden en publiceren de resultaten daarvan in het Actieplan. Ook lokale spoorwegen kunnen door de provincie worden aangewezen om onderdeel te zijn van de plafondsystematiek.

De eerste vaststelling

Op het moment dat de Omgevingswet ingaat, krijgen de provincies een (nader te bepalen) overgangsperiode de tijd om hun GPP’s vast te stellen.  De hoogte van de GPP’s wordt in beginsel bepaald op basis van een heersend niveau, plus een werkruimte van 1,5 dB. Die werkruimte zorgt dat er niet direct een plafondoverschrijding is bij verkeersgroei. Als er een recent project is geweest, vormt dat de basis voor de GPP’s. Nieuw is de bepaling hoe wordt omgegaan met al aanwezige stille wegdekken. Als een provincie in het verleden een stil wegdek heeft aangelegd zonder dat dat wettelijk vereist was, mag het akoestisch effect daarvan buiten beschouwing worden gelaten bij vaststelling van het GPP. Het al aanwezige stille wegdek verschaft daardoor extra werkruimte.

Provinciaal regelen wat provinciaal kan

De Omgevingswet stelt provincies voor de opgave om hun ambitieniveau vast te leggen in beleid. Hieronder volgen enkele thema’s waar de Omgevingswet de provincies stof tot nadenken geeft.

Akoestische kwaliteit

Het is een goed gebruik om, in wetgeving en beleid, aan te sluiten bij de stand der techniek. Met andere woorden: probeer te voorkomen dat een lawaaiige verharding wordt aangelegd als redelijkerwijs ook een stillere variant kan worden gekozen.

Voor rijkswegen en spoorwegen schrijft de Omgevingswet met deze filosofie een minimale akoestische kwaliteit voor. Let wel: deze standaard akoestische kwaliteit wordt ook toegepast als er geen geluidgevoelige gebouwen in de buurt liggen. Het is immers de stand der techniek, en vraagt dus geen speciale inspanning of kosten. Alleen als er technische bezwaren zijn, wordt een andere constructie gekozen.

Voor provinciale wegen wordt er niet centraal een standaard akoestische kwaliteit voorgeschreven, maar provincies kunnen hier wel zelf invulling aan geven in de omgevingsverordening. Dat vraagt het nodige denkwerk, zeker omdat er voor provinciale wegen meer typen wegdekken in aanmerking komen dan voor rijkswegen. Ook technische bezwaren zullen op provinciale wegen vaker voorkomen, vanwege de talrijkere kruispunten, rotondes en obstakels.

Groot onderhoud: bezint eer gij begint

Bij een dreigende plafondoverschrijding kan de beheerder een stiller wegdek toepassen, zodat er weer werkruimte is. De wegbeheerder moet daarom op het moment van groot onderhoud nadenken over de verwachte verkeersontwikkeling. Je wilt immers voorkomen dat er kort na aanleg van een nieuw wegdek een (nieuwe) overschrijding dreigt vanwege een verkeerstoename.  

Doelmatigheid van maatregelen

Bij een dreigende plafondoverschrijding moeten provincies nagaan of geluidbeperkende maatregelen financieel doelmatig zijn. Ook hier is de doelmatigheidsafweging voor rijkswegen en spoorwegen centraal geregeld is, maar mogen provincies een eigen invulling kiezen. Aansluiten bij het criterium voor rijkswegen mag ook, maar de typen wegdekken die daarin zijn opgenomen zijn niet per se de enige keuze voor een provinciale weg.

En dat roept nieuw vragen op. Welke wegdekken kun je redelijkerwijs toepassen, en wat mag dat kosten? Hoe kom je aan betrouwbare kostenkentallen over langere termijn? Worden de kosten voor gevelisolatie al dan niet meegerekend?

Hoe stil wilt u het hebben?

Naast praktische opgaven bij het inrichten van de plafondsystematiek, vraagt de Omgevingswet van provincies ook het nodige principiële denkwerk. Een ambitieuze provincie, die een stille leefomgeving nastreeft, kan de lat hoog leggen met een hoogwaardige eis voor de akoestische kwaliteit en een genereuze invulling van de doelmatigheid.