Paaspop

Opmerkelijke uitspraken bij evenementen

Eind 2014 is er interessante jurisprudentie toegevoegd in relatie tot evenementen. Een zaak betreft bewoners op grote afstand van een evenement (RVS:2014:3812), die een relatief laag geluidsniveau ondervinden (maar daar wel hinder van kunnen hebben). De tweede uitspraak betreft juist bewoners dicht op een zeer luidruchtig evenement (RBOVE:2014:6440).

Ver weg = geen hinder?

In een rechtzaak over de vergunning van Paaspop (2013) wordt geoordeeld dat bewoners op grotere afstand van het evenement niet als belanghebbende worden gezien (RVS:2014:3812). De bewoners ondervinden volgens de afdeling op grotere afstanden een geluidsniveau waarbij het 'niet aannemelijk is dat, naar objectieve maatstaven gemeten, als gevolg van het popfestival hinder van enige betekenis wordt ondervonden.' De bewoners worden dan ook niet geraakt in een objectief bepaalbaar belang bij het besluit tot vergunningverlening.

Opmerkelijk is dat het geluid bij de bewoners hoorbaar was ten tijde van het festival, volgens verklaring van de gemeente. Het geluidsniveau buiten voor de gevel, noch binnen in de woning, is echter geobjectiveerd door metingen. Van geluid van evenementen is bekend dat op grotere afstand met name de lage frequenties en bassdrum hinderlijk kunnen doordringen tot slaapkamers die vaak onder een lichte dakconstructie zijn gelegen. Zeker voor bewoners die geen directe relatie (omwonend of betrokken bij het evenement) hebben met een evenement kan dat tot hinder leiden. Daarnaast moet worden bedacht dat bewoners op grotere afstand wellicht binnen de invloedsfeer liggen van meerdere evenementenlocaties. 

85 dB(A) / 95 dB(C) op de gevel is te veel!

De tweede uitspraak betreft de vergunning voor het Hardshock Festival bij de Wijthmenerplas in Zwolle, 2013 (RBOVE:2014:6440). Hier is een geluidsniveau van 85 dB(A)/95 dB(C) vergund voor het evenement. Eén van de omwonenden vindt het geluidsniveau te hoog. De afdeling vernietigt het besluit voor de vergunning. Aanleiding is onder andere het woon- en leefklimaat dat in het geding is bij dergelijk hoge geluidsniveaus én de lange periode van twaalf uur dat deze niveaus kunnen voorkomen. 

Een belangrijke uitspraak omdat deze aangeeft dat niet alleen het geluidsniveau, maar ook de duur van de blootstelling moet worden betrokken in de overweging. Daarnaast wordt impliciet aangegeven dat de geluidnormen zoals die zijn opgenomen in de nota “Evenementen met een luidruchtig karakter”, van de Inspectie Milieuhygiëne Limburg, van januari 1996" wel voldoen aan een zorgvuldige afweging van de belangen van omwonenden. De hierin genoemde norm is overigens fors lager: 70 á 75 dB(A). Bij een afweging tot hogere geluidsniveaus moet de hinder bij de omwonenden nader worden onderzocht en gemotiveerd worden hoe de belangen voldoende worden gewaarborgd. Te denken valt aan afspraken over beperkte ''venstertijden' met hogere geluidsniveaus, inzicht in de geluidswering van de woningen, afspraken over een alternatieve verblijfplaats gedurende het evenement, etc.