Man in de kou

Een beter binnenklimaat is winst

De tijd dat we als mens dagelijks weer en wind trotseerden ligt ver achter ons. We besteden inmiddels tot wel 95% van onze tijd in gebouwen. Dat de kwaliteit van het binnenklimaat een grote invloed op onze gezondheid heeft, laat zich wel raden. Sinds de jaren negentig is er veel energie gestoken in het in kaart brengen van de oorzaken van het Sick Building Syndrome (SBS). SBS is de algemene noemer voor gezondheidsklachten door gebouwen. Er bestaat inmiddels een aanzienlijke hoeveelheid normen en richtlijnen die voorschrijven waaraan het binnenklimaat in kantoren moet voldoen. De vraag is: voldoen we daarmee aan een optimaal binnenklimaat, waarin we gezond en comfortabel kunnen werken?

Gebouwen vaak ongezond

Het antwoord op de vraag uit de inleiding is kort: nee. Uit enquêtes uitgevoerd door Leesman blijkt dat ruim de helft van de werknemers ontevreden is met het binnenklimaat. Grootschalig onderzoek door Dorgan & Dorgan (2000) laat eveneens zien dat ruim veertig procent van de onderzochte populatie in ongezonde gebouwen werkt. De vraag is hoe dat mogelijk is, als wettelijke normen minimale eisen stellen aan het binnenklimaat in die gebouwen.

Minimaal is niet optimaal

De sleutel zit in het woord ‘minimaal’: Er worden wel eisen aan het binnenklimaat gesteld, maar die zijn niet toereikend om oncomfortabele situaties tegen te gaan. Minimale eisen dienen slechts om de ondergrens te bewaken en de slechte, ongezonde situaties te vermijden. Er wordt daarmee niet gestreefd naar een optimale situatie. Als gevolg daarvan is in veel gebouwen sprake van een ernstige ontevredenheid, ook al voldoen deze gebouwen aan alle eisen.

Comfortmaatregelen verdien je (snel) terug

Dat het financieel aantrekkelijk is in gebouwen een comfortabel werkklimaat te realiseren blijkt uit amerikaans onderzoek (zie D. Clements-Croome: Creating the Productive Workplace). Wanneer men in de Verenigde Staten alle kantoren zou willen upgraden vanaf de daar geldende minimale eisen (ASHRAE standard) naar het niveau van een goed comfort, dan zouden de kosten daarvan gemiddeld binnen een halfjaar terugverdiend zijn. Nederland is natuurlijk geen Amerika, maar het is niet gek om hier vergelijkbare getallen te verwachten. Ook hier bestaan de kosten van een bedrijf namelijk voornamelijk uit salariskosten voor het personeel en heeft een kleine prestatieverhoging al een grote invloed.

Comfort hand in hand met betere prestaties

Een optimaal binnenklimaat is niet alleen goed voor het ervaren comfort, maar ook voor de portemonnee van de werkgever, dat blijkt. Een goed binnenklimaat is dus voor beiden ‘winst‘. Geschat wordt dat tot wel zes tot tien procent prestatieverbetering kan worden bereikt door het binnenklimaat in kantoren te verbeteren. Wat de mogelijke verbetering is hangt af van onder meer het kantoortype, de bezetting, type activiteiten en de demografische verdeling van de werknemers. Dit is voor ieder kantoor verschillend.

Meten geeft inzicht

Als het aankomt op maatregelen treffen moet de uitgangssituatie goed bekend zijn. En dat vraagt om metingen. Veelal wordt gebruik gemaakt van een combinatie van metingen van het binnenklimaat en gegevens over het ervaren comfort, de productiviteit en het ziekteverzuim. Daarvoor werkt M+P samen met QwikSense. Samen met informatie over de fysische eigenschappen van het gebouw en de kwaliteit van de technische installatie kan de bestaande toestand worden bepaald. Er kan een doorkijk worden gegeven naar wat de mogelijke opbrengsten zijn van maatregelen en wat ze kosten.