""

Onderzoek Stikstofdepositie

Afgelopen jaren is er veel te doen geweest rondom de stikstofdepositie in Natura 2000-gebieden. De aanleiding hiervoor was de afschaffing van het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Het PAS gaf ruimte om vergunningen te verlenen voor projecten die extra stikstofdepositie veroorzaken in Natura 2000-gebieden. Ook was er een drempelwaarde voor projecten die vergunningsvrij toegestaan konden worden. Dit kon worden gecompenseerd met maatregelen die in de toekomst zouden worden gerealiseerd. Deze methode bleek in strijd te zijn met de Europese natuurwetgeving waardoor er op 29 mei 2019 een streep werd gezet door het PAS.

De afschaffing van het PAS heeft gevolgen voor de landbouw- en industriesector en voor woningbouwprojecten. Dit betekent echter niet dat er geen mogelijkheden meer bestaan voor het toestaan van nieuwe (bouw)projecten. In dit artikel geven we een overzicht van de huidige stand van zaken.

Indien met AERIUS wordt berekend dat de stikstofdepositie niet hoger is dan 0,00 mol/hectare/jaar is het project niet vergunningplichtig in het kader van de Wet natuurbescherming. Stikstofdepositie zal dan geen beperkende factor zijn.

Indien er wel een relevante bijdrage wordt berekend kunnen de volgende stappen doorlopen worden:

1 Maatregelen: 
In eerste instantie kijken we of de uitstoot van NOx kan worden teruggebracht door maatregelen. Afhankelijk van het type project kan bijvoorbeeld gedacht worden aan: inzet van elektrische voertuigen/mobiele werktuigen, verkorten van rijroutes, veranderen van de planning waardoor er minder activiteiten in één jaar vallen.

2 Ecologische voortoets: 
In sommige gevallen kan een ecoloog een onderbouwing geven dat bij een geringe (tijdelijke) toename in stikstofdepositie significante negatieve effecten zijn uit te sluiten. Een vergunning in het kader van de Wet natuurbescherming is dan niet nodig.

3 Intern salderen: 
Het verrekenen met een verminderde uitstoot van stikstof binnen het project. Een voorwaarde is dat deze afname op hetzelfde terrein als nieuwe ontwikkeling plaatsvindt. Een voorbeeld hiervan is het vergroten van de capaciteit van een op- en overslagbedrijf en tegelijkertijd dieselaangedreven shovels vervangen door een elektrische transportband.

4 Mitigerende maatregelen: 
Het verminderen of voorkomen van negatieve effecten ten gevolge van het project. Door aanpassingen in het desbetreffende Natura 2000-gebied.

5 Externe saldering: 
Het verrekenen met een stikstofafname door een ontwikkeling die niet samenhangt met het (bouw)project.

6 ADC-toets:
Een ADC-toets is de laatste optie die doorlopen kan worden. Toestemming voor een project kan worden verleend indien: 
A: Er geen alternatieven zijn;
D: Er sprake is van dwingende redenen die van groot openbaar belang zijn;
C: De nodige compenserende maatregelen worden getroffen om er voor te zorgen dat de algehele samenhang van Natura 2000 bewaard blijft.

Quickscan stikstof

Of stikstof een beperkende factor kan zijn voor een project is afhankelijk van verschillende factoren:

  • De omvang van het project;
  • Afstand en oriëntatie ten opzichte van stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden;
  • Mogelijkheden tot het inzetten van schoon/elektrisch materieel;
  • Kunnen bedrijfsprocessen worden geoptimaliseerd?
  • Salderingsmogelijkheden (intern of extern)

In een quickscan maken wij de haalbaarheid van uw project inzichtelijk. In overleg met u bepalen we welke relevante activiteiten er in het project zijn. Door onze ervaring met projecten in de bouw- en industriesector weten wij welke activiteiten belangrijk zijn. Ook verzorgen we het contact met de bevoegde instanties voor een soepele afhandeling van vragen en opmerkingen naar aanleiding van de quickscan.
We voeren een AERIUS berekening uit om te bepalen of het project vergunningsplichtig is in het kader van de Wet natuurbescherming. In onze quickscan zoeken we naar de mogelijkheden voor het vergunningsvrij doorgang kunnen vinden van uw project. Mochten er toch vervolgstappen noodzakelijk zijn dan brengen we deze voor u in kaart.