Rapport met vermelding lid ONRI

M+P staat stevig in de branche (44/50)

M+P behoort niet tot de grootste, maar ook zeker niet tot de kleinste ingenieursbureaus in Nederland. Sinds 1978 staan we op de ledenlijst van de branchevereniging Koninklijke NLingenieurs, die de krachten van individuele advies- en ingenieursbureaus bundelt. Zoals Theodoor Höngens het uitdrukt: “Wij zitten bij de grote kleine.” Als lid van hun Raad van Toezicht weet hij waarover hij spreekt. Collega-directeur Jan Hooghwerff voegt toe: “We stoppen veel tijd en energie in deze club omdat we het grotere belang ervan zien.”

Van NORA naar NLingenieurs, een stukje historie
De branchevereniging werd in 1917 opgericht onder de naam Orde van Nederlandsche Raadgevende Ingenieurs, ONRI. Tegenwoordig heet het Koninklijke NLingenieurs en is Eerste Kamerlid Carla Moonen voorzitter.  

Tot 1972, toen Melzer en Partners werd opgericht, hield Abraham Melzer zich voornamelijk bezig met zaal- en bouwakoestiek. Hij was zich er nauwelijks van bewust dat er zoiets als een branchevereniging bestond. Met Alexander von Meier aan het roer werd al gauw een samenwerking met drie collegabureaus (Lichtveld en Buis, Van Dorsser en Huygen) opgestart. Samen vormden zij NORA, Nederlandse Onafhankelijke Raadgevende Akoestici. Het was een goede manier om een ingang te vinden bij de Rijksoverheid en opdrachten van verschillende ministeries volgden. Deze samenwerking hield zo’n zeven jaar stand, een periode van groei en professionalisering. Daarna werd het tijd om als volwaardig ingenieursbureau het keurmerk ‘Lid van ONRI’ aan de naam M+P toe te voegen.

 

Carla MoonenQuote Carla Moonen, Voorzitter Koninklijke NLingenieurs:

“Allereerst feliciteer ik M+P voor hun 50-jarig bestaan.

In hun verhaal leggen Theodoor en Jan heel goed uit wat voor M+P de toegevoegde waarde is van het lidmaatschap van Koninklijke NLingenieurs. Naast kennisdeling komen er unieke samenwerkingen tot stand tussen leden van onze branchevereniging. Tussen MKB-bedrijven onderling, maar ook tussen grote en kleine bedrijven met ieder hun eigen specialisatie. En zoals Theodoor al aanstipt, halen de leden ook veel voordeel uit de algemene branchevoorwaarden, zoals de DNR voor ontwerpen en adviseren voor de gebouwde omgeving. Zo hoeft niet iedereen steeds zelf het wiel opnieuw uit te vinden.

Ik hecht er zeer aan dat we er als branche zijn voor de MKB-bedrijven. Zij zijn de motor van onze economie en vaak sterk in innovatie. Dat geldt ook voor M+P. Ik heb het bedrijf bezocht in Vught en ben onder de indruk van hun prestaties op het gebied van allerlei meetsystemen, zoals voor geluid. Hierin zijn ze de top van Nederland!“


De voordelen van een branchevereniging
“In het begin was het voor ons vooral belangrijk om andere adviesbureaus te ontmoeten van dezelfde schaalgrootte, werkend aan vergelijkbare onderwerpen. Samen iets regelen of uitzoeken, dat werkt heel praktisch”, vertelt Theodoor. Hij noemt nog enkele voordelen: “Als je collega-adviesbureaus vaker tegenkomt, kan je ook de niet-welgevallige zaken makkelijker ter tafel brengen, zonder dat er direct juridische conflicten ontstaan. Zo heb je geen gedoe als je elkaar in het veld tegenkomt. En als je een second opinion moet uitvoeren, bel je het betreffende bedrijf gewoon even voor gegevens die je kunt meenemen in de beoordeling. Eigenlijk bestaat ons grootste belang eruit dat we elkaar helpen in plaats van elkaar in de weg zitten.”

Ook niet onbelangrijk: branchevoorwaarden
“Maar het gaat niet enkel om inhoudelijke thema’s”, vervolgt Theodoor. “Je kunt ook afstemmen over bijvoorbeeld pensioenen, secundaire arbeidsvoorwaarden of een specifiek verzekeringspakket. Relevant is bijvoorbeeld de beperking van aansprakelijkheid. Iedereen kan afzonderlijk bedrijfsvoorwaarden opstellen, maar als je dit als branche doet, heeft het veel meer betekenis.”

Samenwerken en kennis delen
Volgens Jan is naast de samenwerking met Müller-BBM een continu contact met andere adviesbureaus – al dan niet aangesloten bij NLingenieurs – belangrijk. “Daarmee combineren we onze specialismen. Soms maken we deel uit van een grotere raamwerkovereenkomst voor opdrachtgevers zoals ProRail en Rijkswaterstaat. Ook zitten we namens NLingenieurs in diverse normcommissies en op het vlak van kennisdelen nemen we deel aan belangrijke programma’s, over onder andere mobiliteit, energietransitie, klimaatadaptatie en een gezonde en duurzame gebouwde omgeving. Binnen de wereld van raadgevende ingenieurs staat M+P bij zowel grote als kleine bureaus goed bekend. We werken meer dan gemiddeld actief aan thema’s die het maatschappelijk belang dienen. Dit onbetaald werk is indirect belangrijk voor M+P. Voor ons imago, maar ook voor onze projecten en ontwikkelingen naar de toekomst toe.”

Tijd en ruimte
“Actief participeren in een brancheorganisatie laat zien dat we breder kijken dan ons eigen belang”, haakt Theodoor hierop in. “Het maakt dat we zijn aangesloten bij de grotere zaken. Zo hebben we net voor corona ‘geluid en gezondheid’ op de kaart gezet door samen met collega’s van NLingenieurs en de GGD bij ons in Vught aan tafel te zitten over hoe deze onderwerpen geïnterpreteerd kunnen worden binnen de nieuwe Omgevingswet. Een belangrijk topic, waarvoor we graag een vervolg zouden plannen.”

Actieve participatie kost veel tijd. Het blijft steeds een afweging of het voor M+P als bedrijf meerwaarde oplevert. Theodoor besteedt momenteel gemiddeld een dag per maand aan zijn rol als lid van de Raad van Toezicht en andere activiteiten voor NLingenieurs, waaronder binnenkort ook een bestuursfunctie voor de stichting Post Academisch Onderwijs. “Voor nu is dat meer dan genoeg, het moet tenslotte wel leuk blijven!”


 

Rapport met vermelding NORA