Windmolens

Aanpak van geluidhinder van windturbines

Ons onderzoek naar de Europese normen rondom het geluid van windturbines heeft inmiddels flink wat stof doen opwaaien. Voorstanders van windturbines zeggen dat het allemaal wel meevalt met de hinder, tegenstanders vinden Nederlandse normen het slechtst van heel Europa. En mensen vragen mij: wat vind je er zelf van? Nou, ik vind dat er plaats moet zijn voor een alternatieve aanpak: eentje die Nederland helpt de achterstand in te lopen op het gebied van duurzame energie, maar die ook oog heeft voor de overlast van omwonenden. Want meer geluid betekent niet altijd meer hinder. Kunnen we de hinder niet transformeren naar voordeel voor de omwonenden? Ik denk van wel.

Wat is er aan de hand?

Ons onderzoek heeft aangetoond dat windturbines in Nederland relatief dicht bij omwonenden mogen staan (zie ook het NRC artikel). Dichter dan in andere landen. Dit resulteert in meer geluid voor omwonenden. Hoe komt dat en is dat rechtvaardig?

Meer geluid betekent in principe meer hinder. Maar hoeveel geluid toelaatbaar is, is een politieke keuze. Dat werkt net zo als bij snelheidslimieten. Harder rijden leidt tot meer ongevallen en toch rijden we geen 50 op de snelweg. Er is een afweging gemaakt tussen verkeersveiligheid en doorstroming. Zo werkt het bij geluid van windturbines ook. Nederland wil meer doen met alternatieve energiebronnen zoals windenergie, maar wil ook de burgers beschermen tegen geluidoverlast. Dat leidt logischerwijs tot compromissen in een drukbevolkt land. Om groene energiedoelstellingen te halen moeten er nu windturbines relatief dicht bij woningen worden gebouwd. En dat levert meer hinder op.

Maar is er dan iets mis? Nee, de norm is vergelijkbaar met de Nederlandse normstelling voor industrie, wegen en spoorwegen.  Dat betekent dat er door de windmolens niet meer hinder wordt veroorzaakt dan door bijvoorbeeld een nieuwe snelweg, een nieuwe spoorverbinding of nieuw industrieterrein. Daarvan vinden we als maatschappij ook dat die er mogen komen. Onze geluidnormen zijn Europees gezien helemaal niet achterhaald.

Wat kan er beter?

Maar dat betekent niet dat er niets te verbeteren valt. Je kan de hinder wel degelijk beïnvloeden en verzachten. Stap één is transparantie: de overheid en bedrijfsleven moeten de omwonenden van goede, onafhankelijke informatie voorzien. Vertel wat omwonenden kunnen verwachten, hoe de regels en normen in elkaar steken, wat de afwegingen zijn. We merken zelf dat geluiddemo’s daarbij een krachtig instrument kunnen zijn. Net zoals we die bijvoorbeeld bij spoorprojecten inzetten.  Door de bewoners vooraf te laten ervaren wat ze kunnen verwachten, kan een hoop angst worden weggenomen.

Er zou ook beter gekeken moeten worden naar de individuele woning. Want het geluid komt niet bij alle woningen hetzelfde binnen. Bij nieuwe wegen of spoorwegen wordt per individuele woning gekeken wat de geluidbelasting is, wat het binnenniveau is en of er speciale maatregelen nodig zijn. Dat zou bij windturbines ook goed zijn.

Geluid verminderen of hinder verhinderen

En een ander interessant gegeven:  mensen ervaren minder hinder als ze zelf de hinderbron kunnen beïnvloeden of als de hinder ze ook iets oplevert.  Dat biedt ruimte voor innovatieve oplossingen. Waarom laat je bewoners niet meeprofiteren van de windturbine? Op dagen dat de turbine veel stroom produceert zou je de direct omwonenden goedkopere stroom kunnen leveren. Laat ze participeren in de exploitatie van de windturbines. Dan heb je niet alleen de lasten, maar ook de lusten. Of geef bewoners credits waarmee ze via een app op hun smartphone de windturbine naar een stillere modus kunnen schakelen als ze er echt veel last van hebben. Het gevoel dat ze kunnen ingrijpen als dat nodig is, is vaak al voldoende om de hinderbeleving te verminderen.

Kortom: duurzame stroom van windturbines kan niet compleet hindervrij, maar er zijn nog onbenutte mogelijkheden om de hinder te verlagen zonder de groene ambities te hoeven bijstellen.