Omzetting van gezoneerde industrieterreinen naar GPP-systematiek
Om ons heen horen we het veel. Er wordt door veel partijen hard gewerkt aan rekentools die de geluidszones van gezoneerde industrieterreinen kunnen omzetten naar de GPP systematiek, die onder de Omgevingswet gebruikt gaat worden, zie ook ons artikel over de omzetting van industrieterreinen naar GPP systematiek. Het gaat om ‘slimme AI tools’ die de geluidsruimte op een industrieterrein ‘optimaal’ kunnen verdelen. Hiermee moet dit natuurlijk een stuk beter kunnen dan met de hand. Ook M+P heeft inmiddels een adequate tool in gebruik. In dit artikel gaan we in op wat deze tool voor ons kan betekenen, maar ook hoe we de uitgangspunten moeten inregelen om voor iedere situatie tot het gewenste resultaat te komen. Het omzetten van industrieterreinen blijft immers maatwerk, waarbij verschillende belangen moeten worden afgewogen.
Omzetting van industrieterreinen in het kort
In de Wet geluidhinder die tot 1 januari 2024 van kracht was zag een gezoneerd industrieterrein er als volgt uit:
- Rondom het industrieterrein is een zonegrens vastgesteld. Buiten deze zonegrens mag de geluidsbelasting van alle bedrijven op het gezoneerde industrieterrein gezamenlijk niet hoger zijn dan 50 dB(A).
- Het gebied tussen het industrieterrein en de zonegrens is de geluidszone. In deze geluidszone kunnen woningen liggen waarvoor een geluidsbelasting hoger dan 50 dB(A) is vastgesteld (MTG of HGW).
Bij de omzetting naar de GPP systematiek komt de zonegrens en de geluidszone te vervallen. Deze worden vervangen door een aandachtsgebied en referentiepunten, die rondom het industrieterrein liggen. De referentiepunten komen in principe op korte afstand, dus binnen de geluidszone. Op deze referentiepunten worden geluidsproductieplafonds (GPP’s) vastgesteld. Dit is een geluidsniveau waar alle activiteiten op het industrieterrein gezamenlijk onder moeten blijven. Bij vaststelling van de GPP’s moet er rekening mee worden gehouden dat de oorspronkelijke geluidsruimte van het industrieterrein zo veel mogelijk wordt benut en voor zover mogelijk intact blijft. Dit wordt gedaan door de volgende stappen te doorlopen:
- Er worden fictieve geluidsbronnen op het industrieterrein gelegd.
- Het geluidsvermogen van deze bronnen wordt zodanig aangepast dat de geluidsbelasting op de oude zonegrens overal zo dicht mogelijk bij 50 dB(A) ligt.
- Er wordt rekening gehouden met eventuele beperkingen die MTG woningen met zich meebrengen.
Waarom een tool
Het handmatig uitvoeren van bovengenoemde stappen is in de meeste gevallen onbegonnen werk. Om de gewenste nauwkeurigheid te halen worden al gauw tientallen rekenpunten rondom de geluidszone gelegd. Ook zullen vele bronnen op het industrieterrein worden gelegd om de vorm van de geluidscontour te kunnen aanpassen naar de vorm van de oorspronkelijke geluidzone. Voor het optimaal invullen van deze geluidsbronnen is het dus zeker noodzakelijk om een rekentool te gebruiken. Hierbij dienen wel relevante keuzes te worden gemaakt, die invloed hebben op de optimale benutting van de oorspronkelijke geluidsruimte. Dit is en blijft mensenwerk.
Keuzes die een tool niet kan maken
Ten eerste zal gekozen moeten worden waar op het industrieterrein de fictieve geluidsbronnen worden neergelegd. Een eerste logische benadering is om de geluidsbronnen in het oorspronkelijke zonemodel te gebruiken. Op deze manier is alvast gewaarborgd dat alle bedrijven hun vergunde geluidsruimte kunnen blijven benutten. Hiervoor zal nog wel moeten worden bezien, in hoeverre het oude zonemodel inderdaad de juiste vergunde geluidsruimtes bevat. Denk bijvoorbeeld aan de type B bedrijven uit het Activiteitenbesluit, die vaak niet of op basis van een standaardgeluidsbron in het zonemodel zijn opgenomen.
Na de check op juistheid en compleetheid van het oude zonemodel kunnen voor het verder opvullen van geluidsruimte bronnen worden toegevoegd of bestaande bronnen worden opgehoogd. Bij het toevoegen van geluidsbronnen kunnen allerlei keuzes worden gemaakt die uiteindelijk de optimalisatiegraad van de opvulling kunnen beïnvloeden:
- De locatie van extra geluidsbronnen: Deze kunnen op de buitenste randen van een industrieterrein worden gelegd om lokale verschillen op de zonegrens op te vullen of juist in het midden voor een meer gestroomlijnde contour.
- De openingshoek van geluidsbronnen: Standaard straalt een geluidsbron rondom geluidmatig uit. Maar door een openingshoek te hanteren kan een richtingsafhankelijke geluidsemissie worden bewerkstelligd. Zo kan een heel grillig verloop van de geluidscontour worden gemaakt.
Ook is het relevant om te kijken naar het geluidsspectrum van de bronnen die worden opgevuld. Het geluid van bronnen met een hoogfrequent geluidsspectrum zal sterk afnemen naarmate de afstand toeneemt. Dit zorgt ervoor dat het verschil tussen het geluid op de referentiepunten (geluidsproductieplafonds) en op de zonegrens groter wordt. Dit resulteert er in dat een hoger geluidproductieplafond kan worden vastgesteld bij dezelfde geluidsbelasting op de zone. Dit geeft meer ruimte voor de bedrijven en kan in de toekomst nadelig uitpakken voor omwonenden.
Hoe goed werkt de tool?
Vervolgens moet een maat worden bedacht om te meten hoe goed de tool werkt. Dit kan op verschillende manieren gemeten worden:
- De oude zonegrens moet zo goed mogelijk zijn opgevuld; het oppervlak van de 50 dB(A) contour moet zo goed mogelijk aansluiten op de oude zonegrens, (waarbij complete opvulling van de oude zonegrens het optimale resultaat is). Dit kan bijvoorbeeld worden uitgedrukt in een verhouding tot het oppervlak van de oude zonegrens.
- Het aantal dB afwijking op zone- of bij MTG woningen tellen.
Het kan zo zijn dat het optimaal opvullen van de 50 dB(A) contour ervoor zorgt dat er op de MTG woningen juist een grotere afwijking ontstaat. Welk criterium het belangrijkste is zal per specifiek geval moeten worden afgewogen. Daarnaast kan het zo zijn dat bij het ene industrieterrein veel minder goede resultaten haalbaar zijn dan bij het andere. Bijvoorbeeld wanneer een geluidszone een heel hoekig verloop heeft of wanneer er veel MTG woningen zijn die de geluidsbelasting beperken. Vaak zijn hogere grenswaarden binnen de zone namelijk vastgesteld op basis van de actuele situatie op het industrieterrein en niet op basis van hetgeen binnen de zonegrens mogelijk is. De verwachtingen voor de prestatie van een tool moeten dus per industrieterrein opnieuw worden vastgesteld.
Kortom tools en AI zijn nodig, maar binnen de regels zijn er vele oplossingen mogelijk die een totaal andere uitwerking kunnen hebben. Zo kan er bedoeld of onbedoeld meer of minder ruimte worden gegeven aan bedrijven, en burgers beter of juist minder goed beschermd worden. Het is dus van belang om de overgang naar het GPP systeem te laten begeleiden door een betrouwbare partij die alle belangen meeweegt. Zodoende ontstaat een resultaat dat recht doet aan alle belanghebbenden en een proef door de RvS kan weerstaan.