Veranderingen in stikstofregels
In dit artikel blikken we terug op de gebeurtenissen rondom stikstofdepositie van de afgelopen jaren. Vanuit de politiek zijn verschillende oplossingen bedacht om activiteiten mogelijk te maken of houden, maar deze oplossingen hielden meestal geen stand bij de Raad van State. We geven een overzicht van relevante wijzigingen in wet- en regelgeving van de afgelopen jaren. Ook kijken we vooruit. Volgend jaar zal uit de monitoring van het RIVM blijken of we de stikstofdoelen voor 2025 halen. Daarnaast is de Omgevingswet per 1 januari 2024 ingegaan. Welke gevolgen brengt dit met zich mee?
Totstandkoming van de Natura 2000-gebieden
Nederland telt op dit moment 168 Natura 2000-gebieden. Deze gebieden zijn onderdeel van een groot Europees Natura 2000-netwerk. De gebieden zijn aangewezen naar aanleiding van de Europese Vogel- en/of Habitatrichtlijn. Deze richtlijnen zijn opgesteld met het doel om de biologische diversiteit in Europa in stand te houden of indien mogelijk te herstellen. Met de invoering van de Europese Habitatrichtlijn in 1992 begon de opbouw van het Europese Natura 2000-netwerk.
Nederlandse wetgeving vóór 2024
De verplichtingen die voortkomen uit de Volgelrichtlijn en de Habitatrichtlijn zijn in Nederland vastgelegd in de Wet natuurbescherming. Op 1 januari 2017 is deze wet in werking getreden ter vervanging van de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet en de Boswet. In de wet Natuurbescherming is onder andere opgenomen dat mogelijke gevolgen voor Natura 2000-gebieden in kaart moeten worden gebracht, voordat een activiteit mag worden uitgevoerd.
In 2015 trad het Programma Aanpak Stikstof (PAS) in werking met als doel om invulling te geven aan wettelijke verplichtingen voor instandhouding van natuurgebieden, maar om tegelijkertijd ook een toetsingskader te kunnen bieden voor economische activiteiten. Binnen het PAS waren maatregelen opgesteld die (op termijn) de stikstofdepositie naar beneden zouden brengen. Hiermee zou ruimte ontstaan om bepaalde activiteiten toe te kunnen laten. Op 29 mei 2019 kwam een einde aan het PAS na een uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Reden hiervoor was dat activiteiten vooraf werden toegestaan op basis van de verwachte toekomstige positieve effecten van maatregelen. De Raad van State oordeelde dat maatregelen pas bij de besluitvorming betrokken mogen worden, als de effecten vaststaan, en niet op basis van een verwacht effect.
Het vervallen van het PAS had grote gevolgen voor ondernemers en projecten in de ruimtelijke ordening. Veel projecten kwamen stil te liggen. Daarom kwam per 1 januari 2020 de Spoedwet aanpak stikstof. Deze wet bevatte maatregelen om de stikstofdepositie terug te brengen en om te zorgen dat activiteiten weer doorgang konden vinden. Een belangrijk onderdeel was dat vergunningplicht voor projecten niet meer nodig was als kon worden uitgesloten dat het project significante nadelige gevolgen met zich meebrengt.
Per 1 juli 2021 ging de Wet stikstofreductie en natuurverbetering van kracht. Hierin werd onder andere een zogenoemde bouwvrijstelling opgenomen. Hierdoor hoefde geen rekening meer te worden gehouden met de stikstofuitstoot van tijdelijke bouwactiviteiten, waardoor vergunningverlening voor bouw- en infrastructurele projecten eenvoudiger werd. Op 2 november 2022 verviel de bouwvrijstelling, omdat de Raad van State oordeelde dat deze in strijd is met het Europese natuurbeschermingsrecht.
Omgevingswet
Per 1 januari 2024 is de Omgevingswet van kracht. De wet natuurbescherming wordt hierin geïntegreerd. Onder de Omgevingswet wordt een Natura 2000-activiteit gedefinieerd:
“Een activiteit, inhoudende het realiseren van een project dat niet direct verband houdt met of nodig is voor het beheer van een Natura 2000-gebied, maar afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten significante gevolgen kan hebben voor een Natura 2000-gebied.”
Voor een Natura 2000-activiteit geldt meestal een vergunningplicht. Indien met een stikstofberekening kan worden aangetoond dat er geen sprake is van een stikstofdepositie (≤0,00 mol/h/jaar), is er geen sprake van een significant gevolg voor het Natura 2000-gebied. De activiteit is dan geen Natura 2000-activiteit en is niet vergunningplichtig. Wat dit betreft verandert de situatie onder de Omgevingswet niet ten opzichte van de situatie hiervoor.
Op dit moment kan een project vergunningvrij doorgang vinden wanneer met intern salderen kan worden aangetoond dat er geen sprake is van een nadelig effect voor een Natura 2000-gebied. Wel ligt het “Wetsvoorstel omgevingswaarde stikstofdepositie 2030 en vergunningplicht voor stikstofgerelateerde wijzigingen” voor. Als deze wet wordt aangenomen zal er een vergunningplicht komen voor projecten waarbinnen gebruik wordt gemaakt van intern salderen.
Monitoring stikstofdoelen
Door het RIVM wordt jaarlijks onderzocht hoe de stikstofdepositie in Natura 2000-gebieden zich ontwikkelt. In de eerder genoemde Wet stikstofreductie en natuurverbetering zijn stikstofdoelen geformuleerd. Destijds bedroeg het oppervlak natuur waarop niet te veel stikstof neerdaalt 28 procent van het totale oppervlak van Natura 2000-gebieden in ons land. Het Nederlandse doel is om dit percentage te laten stijgen tot ten minste 40, 50 en 74 procent in de jaren 2025, 2030 en 2035. In de laatste monitoringsronde die in oktober 2023 gepubliceerd werd bleek dat, hoewel er nog steeds sprake is van een afname van de stikstofdepositie, we nog niet op weg zijn om de doelen voor 2025 te halen. Kortom het onderwerp stikstofdepositie zal de komende jaren nog de nodige uitdagingen met zich meebrengen, waarbij de regels hier en daar mogelijk nog zullen veranderen. Heeft u vragen over dit onderwerp? Dan denken wij graag met u mee!