Aftrek Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 gewijzigd
Effectief is sinds 20 mei de aftrek op grond van artikel 110 g Wgh veranderd! Deze is nu afhankelijk van de rijsnelheid en de geluidsbelasting geworden. Bij 56 dB is de aftrek vanaf 70 km/u wegen 3 dB. Bij 57 dB bedraagt de aftrek 4 dB. Bij hogere of lagere geluidsbelasting bedraagt deze 2 dB. Verder is in de tekst verduidelijkt dat ook voor dicht asfaltbeton (DAB) een stille bandenaftrek van 2 dB op de wegdekcorrectie geldt. Wat zijn hiervan de consequenties?
Historie
Tot 2007 was de aftrek op grond van artikel 103 van de Wet geluidhinder geregeld. Deze aftrek bedroeg 5 dB(A) voor snelheden minder dan 70 km/u en 3 dB(A) voor snelheden vanaf 70 km/u. De aftrek was bedoeld om te anticiperen op het stiller worden van voertuigen in de toekomst.
Na 2007 is artikel 110g Wet geluidhinder van toepassing geworden. Sindsdien bedraagt de aftrek 2 dB voor snelheden boven 70 km/u. Bovendien is toen de Lden als grootheid ingevoerd. De regeling voor de wettelijke aftrek geldt tot 1 juli 2018 omdat de Wet geluidhinder slechts een tijdelijke aanpassing toelaat voor deze periode.
Door een aantal effecten zijn de eisen ten aanzien van de toelaatbare geluidsbelasting strenger geworden indien de geluidsbelasting wordt berekend. Met de invoering van de Lden zijn de voorkeursgrenswaarde en de maximale ontheffingswaarden met 2 dB verminderd. Er werd gesteld dat in het algemeen de berekende waarde Lden 2 dB lager uitkwam dan de oude etmaalwaarde. Het verschil is echter afhankelijk van de verdeling van verkeersaanbod over een etmaal. In de praktijk bleek vooral bij stedelijk verkeer de berekende Lden waarde vrijwel gelijk te zijn aan de etmaalwaarde terwijl wel de grenswaarden zijn verlaagd.
Met de invoering van het nieuwe Reken- en meetvoorschrift in 2012 is ook aan de emissiekant het één en ander veranderd. Het effect is veelal een toename van de berekende geluidsbelasting.
En dan het effect van de wijzigingen
Ondertussen begint de schoen te knellen waar het woningbouwplannen betreft die onder de Wet geluidhinder beoordeeld dienen te worden. In buitenstedelijke situaties bedraagt de maximale ontheffingswaarde 53 dB. Dit is precies waar de wetgever het Reken- en meetvoorschrift verandert. Feitelijk doen we net alsof een geluidsbelasting van 55 tot en met 57 dB gelijk is aan 53 dB (in ruimtelijke ordening procedures althans, voor het bepalen van gevelmaatregelen mag de wettelijke aftrek niet toegepast worden).
Tezamen met de eerder aanpassing van het Reken- en meetvoorschrift dat een stille bandenaftrek toegepast mag worden van 1 of 2 dB, bovenop de C-wegdek afhankelijk van het type wegdek, moet deze wijziging weer wat ruimte geven voor toekomstige bouwplannen.
Juist met het toepassen van de stille bandenaftrek wordt vooruitgelopen op het stiller worden van voertuigen in de toekomst, maar was hiervoor niet al artikel 110g oorspronkelijk bedoeld? Via een achterdeur (de bandencorrectie in C-wegdek) is deze namelijk al vergeven. In de huidige situatie dient de wettelijke aftrek vooral om de berekende geluidsbelasting in overeenstemming te brengen met het gewenste niveau.
Daarmee is ook de relatie verdwenen tussen de berekende waarde en de werkelijk te verwachten geluidsbelasting. Toetsing aan meetwaarden is pas mogelijk na terugcorrectie van de aftrek.
Feitelijk dienen toelaatbare grenswaarden te worden opgehoogd. Daarmee kan dan ook de aftrek op grond van artikel 110g vervallen. Het wachten is nu op Swung 2 waarmee, hopelijk, de boel wordt gerepareerd.