Dezonering

Dezonering van gezoneerde industrieterreinen: oplossing voor het woningtekort?

In de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw zijn veel industrieterreinen voorzien van een geluidszone. Door het vaststellen van de zone kreeg men grip op het akoestisch klimaat in de omgeving van grote lawaaimakers. Op een gezoneerd industrieterrein is het niet toegestaan nieuwe woningen te bouwen. Zo worden bedrijven en burgers beschermd. Maar nu de woningnood in randstedelijke regio’s steeds nijpender wordt, is er behoefte aan meer flexibiliteit. Gezoneerde industrieterreinen beschikken vaak over braakliggende percelen op soms prachtige locaties. Door herzonering en dezonering wordt woningbouw op deze plekken mogelijk.

Woningbouw nabij industrie

In veel regio’s is sprake van een steeds groter wordend tekort aan woningen. Alleen al in gemeente Amsterdam is de behoefte aan uitbreiding van het woningbestand ingeschat op 90.000 woningen tot 2040. In Zaanstad wordt gesproken over 15.000 extra woningen. Deels kunnen deze woningen worden gerealiseerd door intensivering van woningbouw in de bestaande bebouwde kom. Maar de hoge ambities kunnen niet worden waargemaakt zonder ook aan andere locaties te denken. De wens om woningen te bouwen in de nabijheid van industrie, wordt steeds dringender.

Gezoneerde industrieterreinen

Een gezoneerd industrieterrein is in het bestemmingsplan aangemerkt als een terrein waar grote lawaaimakers zijn toegestaan. Het terrein is voorzien van een geluidszone, waarbuiten de geluidsbelasting niet hoger mag zijn dan 50 dB(A). De praktijk is dat op gezoneerde industrieterreinen een mix aanwezig is van grote lawaaimakers en akoestisch minder relevante inrichtingen. Dit geeft de mogelijkheid om een deel van het industrieterrein dat akoestisch gezien minder relevant is, te dezoneren.

Waarop te letten bij dezonering?

Bij dezoneren dienen onder meer de volgende aspecten te worden beschouwd:

  • Huisvesten van grote lawaaimakers is niet langer of in mindere mate mogelijk; blijft er binnen de gemeente voldoende ruimte voor grote lawaaimakers?;
  • Er is geen inzicht meer in de cumulatieve geluidsbelasting van alle bedrijven tezamen bij de woningen rondom het bedrijventerrein;
  • De geluidsruimte voor type B Activiteitenbesluit inrichtingen verandert (van 50 dB(A) op 50 m afstand naar 50 dB(A) op de gevel van het dichtstbij gelegen geluidsgevoelige object). Veelal zijn maatwerkvoorschriften benodigd;
  • Woningen op het voormalige industrieterrein worden geluidsgevoelig; dit kan problematisch zijn voor de zittende bedrijven. Mogelijk dienen geluidsvoorschriften uit de milieuvergunning te worden aangepast of dienen woningen aan de woonbestemming te worden onttrokken;
  • De geluidsbelasting bij de woningen op het industrieterrein dient bij dezonering te worden getoetst aan een akoestisch goed woon- en leefklimaat (geluidsbelasting ten gevolge van de industrie, maar ook ten gevolge van de wegen op en buiten het industrieterrein en andere geluidsbronnen;
  • Mogelijk dienen hogere waarden te worden vastgesteld voor de woningen op het industrieterrein;
  • Indirecte hinder (de hinder vanwege het inrichtingsgebonden verkeer op de openbare weg) dient per inrichting op het bedrijventerrein te worden beschouwd en getoetst aan de (voorkeurs)grenswaarden.

In de onderstaande fotocaroussel vindt u enkele voorbeelden van deels gedezoneerde industrieterreinen: industrieterrein Uithoorn en het industrieterrein Westpoort waar de Sloterdijken gedezoneerd worden.

Wij bieden de helpende hand aan:

  • Bevoegde gezagen, die willen dezoneren;
  • Ontwikkelaars die willen bouwen op een industrieterrein;
  • Ruimtelijke ordeningsbureaus, die het bestemmingsplan willen wijzigen;
  • Bedrijven, die zich bedreigd voelen door de ontwikkelingen.