bamboegeluidscherm naast de weg

Heeft bamboe toch potentie als geluidscherm?

Na acht jaar is het pilotproject van het bamboegeluidscherm aan de N245 in Provincie Noord-Holland afgerond. De provincie heeft een uitgebreide rapportage gemaakt van het hele traject en de conclusies gepubliceerd: zie link. Ze concluderen dat de geluidreducerende eigenschappen van de bamboehaag onvoldoende zijn om een gewoon geluidscherm te vervangen. Er komt daardoor geen vervolgonderzoek, betekent dat dan dat het pilotproject gefaald heeft? Zeker niet!

 

In het project werkten de provincie Noord-Holland, gemeente Amsterdam, Rijkswaterstaat en de Vervoerregio Amsterdam samen. M+P mocht voor de provincie de geluidmetingen uitvoeren aan de volgroeide bamboehaag. Een mooi project, omdat het meten aan nog onbekende geluidmaatregelen altijd een uitdaging is. De metingen moeten immers in één keer nauwkeurig én volledig uitgevoerd worden. In dit geval was al bekend dat de haag kort na de geluidmetingen geruimd zou worden, een tweede kans was er dus niet. 

Het bamboe is aangeplant in twee verschillende configuraties. Voor het onderzoek is besloten om bij beide configuraties twee doorsneden te meten om eventuele lokale effecten te kunnen zien (denk bijvoorbeeld aan een stukje slecht groeiend bamboe). Daarnaast zijn twee doorsneden naast de hagen gemeten om als vergelijkende referentie te dienen. Er is dus op zes doorsneden langs de N245 aan het passerende verkeer gemeten. 

We hebben op maar liefst 21 meetposities gelijktijdig het geluid gemeten:

  • 6x dicht bij de weg voor een meting van het brongeluid.
  • 12x dicht achter de haag op twee meethoogten: 1,5m en 2,0m. 
  • 3x op grotere afstand op 3,0m hoogte: bij de bamboehagen centraal achter de haag, bij de referentie op dezelfde afstand tot de weg als bij de hagen. 

Daarnaast hebben we gelijktijdig windrichting en windsnelheid gemeten en de rijsnelheid van het passerende verkeer. 

In dit geval was het onderzoek extra uitdagend omdat de geometrie bij de verschillende meetdoorsneden niet helemaal gelijk is. Ter hoogte van de referentiedoorsneden lopen de rijstroken van de N245 wat uit elkaar. Iets noordelijker staat bovendien een verkeerslicht wat regelmatig voor afremmend verkeer zorgt. Hierdoor verandert het geluid van de bron. Om te zorgen dat dit zo beperkt mogelijk effect heeft op de resultaten van de geluidmetingen is in de analyse telkens de overdracht bepaald van de meetpositie dicht bij de weg naar de meetpositie achter de haag. Dit is gedaan voor alle meetposities bij de hagen én bij de referentiedoorsneden. Het geluidreducerende effect van de hagen volgt uit het verschil in de overdrachten. 

Uit de resultaten blijkt dat de bamboehagen op het gesommeerde overall-niveau voor deze locatie een bescheiden geluidreductie bereiken van 1,5 tot 2 dB. In de spectrale resultaten zien we dat de hoogste geluidreductie optreedt in de hogere frequenties: tot wel 8dB. Dat is te verwachten voor een afscherming met een open structuur, maar levert geen bijdrage aan het totale effect, omdat de reductie buiten het gebied met de dominante frequenties van het wegverkeersgeluid ligt. 

Uit vergelijking met berekeningen zien we dat het bamboescherm op deze locatie, op het gesommeerde overall-niveau, vergelijkbaar is met een geluidwal van circa 2,0 m hoogte, of een gewoon geluidscherm van 1,5 m hoogte. Een eventueel vervolgonderzoek zou zich moeten richten op het verhogen van de geluidreducties bij de dominante frequenties van wegverkeersgeluid. Hoeveel potentie een afscherming van (dichte) begroeiing uiteindelijk heeft, kunnen we nu niet beantwoorden, maar de experimenten met bamboe hebben wel een aantal nieuwe inzichten opgeleverd.