Handreiking Nieuwbouw en Spoortrillingen gepubliceerd
Onlangs is de Handreiking Nieuwbouw en Spoortrillingen gepubliceerd. Deze helpt gemeenten en ontwikkelaars om risico's op hinder door trillingen in gebouwen als gevolg van railverkeer vroegtijdig te signaleren. Ook worden in de handreiking voorbeelden gegeven hoe met trillingen in het bestemmingsplan rekening kan worden gehouden.
Duidelijkheid voor ontwikkelende partijen
In het algemeen moet binnen een afstand van 100 meter van het spoor het risico op trillingshinder worden beoordeeld. In sommige gevallen, kan het zelfs nodig zijn om het onderzoeksgebied tot 250 meter aan weerzijden van het spoor uit te breiden. De afwegingen daarvoor zijn in de handreiking opgenomen. De handreiking geeft daarmee duidelijk aan wanneer een onderzoek nodig is. Trillingshinder zal daarmee in veel plannen langs het spoor deel uit gaan maken van het afwegingskader voor een goede ruimtelijke ordening.
De handreiking kenmerkt zich met name door de stroomschema's waarmee stakeholders tot de juiste aanpak voor trillingsproblematiek komen. Dit kan in een vroeg stadium door in de structuurvisie of in de initiatieffase al rekening te houden met trillingshinder.
Als het niet mogelijk is de trillingshinder te verminderen bij de bron of in de overdracht en er in het plangebied verhoogde niveaus aanwezig zijn, kunnen in het bestemmingsplan voorwaarden worden opgenomen over de trillingsniveaus in de nieuwe gebouwen. Dit kan vervolgens leiden tot een aangepaste bouwwijze of het toepassen van trillingsdempers tussen de fundering en het gebouw.
Kader voor onderzoek
De handreiking geeft ook richtlijnen over de wijze van onderzoek, zonder dit uitputtend te regelen. Het onderzoek kan plaatsvinden in de vorm van een quick-scan. Daarmee wordt op basis van beschikbare gegevens van het spoor en bodemkenmerken vastgesteld of er sprake is van mogelijke trillingshinder. Als dat het geval is, is een meer uitgebreid onderzoek nodig. Daarin wordt gedurende een langere periode (één week of langer) trillingsmetingen uitgevoerd, om te komen tot betrouwbare en statistische verantwoorde meetwaarden. Hiermee wordt de methodiek uit de meet- en beoordelingsrichtlijn SBR deel B "hinder voor personen in gebouwen" gevolgd.
De manier waarop de onderzoeken worden beschreven in de handreiking komt overeen met de methodiek die M+P al sinds enige jaren hanteert.
Maatregelen
De hoogte van de trillingsniveaus bepaalt de mate waarin maatregelen noodzakelijk zijn. Hiervoor geeft de handreiking enkele voorbeelden. Het type maatregelen is sterk afhankelijk van de situatie. Dit betreft in vrijwel alle gevallen maatwerkadvies. Voor de engineering zijn simulaties nodig, die wij uitvoeren met een eindige elementen berekening. Daarvoor werken wij samen met ons zusterbedrijf Müller-BBM.